Ook Hans van Breukelen heeft heel wat rituelen, al vanaf zijn jeugd:
Voor de wedstrijd gruttenbrij en rijst eten.
Zijn moeder moest hem altijd succes wensen.
Hij wou maar in één bepaald shirt spelen.
Een medaille dragen van Paus Johannes de 23e, een grote bronzen. Later werd het dragen trouwens bij zich hebben in het rechter zijvakje van zijn voetbaltas.
Een paar dagen voor de wedstrijd niet scheren.
Vlak voor de wedstrijd gaan poepen, boekje lezen, de warming-up doen en daarna een plasje doen. Een andere volgorde was er niet.
Alle data die deelbaar zijn door het getal zeven zijn geluksdata. "Ik neem ook vaak 25 piek mee in mijn broekzak, want twee en vijf is zeven."
Altijd op dezelfde manier aankleden, eerst rechts dan links.
Altijd op dezelfde plaats zitten in een kleedkamer, waar hij een keer eerder is geweest.
Altijd twee minuten voor de groep voor de warming-up naar buiten. Pal voor de aftrap altijd als laatste. Bij de rust als eerste weer binnen, als laatste weer naar buiten.
De warming-up altijd hetzelfde doen.
Hans van Breukelen - Het engeltje van Hans van Breukelen